Relatief schoolverzuim.
Uit de verklaring van den opgeroepen persoon en uit
hetgeen ons verder door een ingesteld onderzoek is bekend
geworden, bleek ons
dat één kind van eene bijzondere school was weggezonden
en inmiddels op een openbare school was geplaatst,
dat de kinderen van een ander aansprakelijk persoon met
hunne ouders in een woonwagen rondreizen en maar zelden
in de gemeente verblijf houden en
dat de verblijfplaats van den anderen aansprakeiijkeni
persoon niet was op te sporen.
Als gevolg hiervan kon de commissie zich onthouden van
het doen van ambtshalve inschrijving van een dier kinderen
op eene lagere school.
Men zou echter in dwaling verkeeren, indien men hieruit
de gevolgtrekking ging maken, dat alle leerplichtige kin
deren in de gemeente 1111 ook werkelijk lager onderwijs ge
nieten en aan de voorschriften der leerplichtwet voldoen.
Het is ons niet onbekend, dat er vele kinderen zijn, di<
reeds voorgoed de school verlaten hebben, vóórdat zij buiten
de bepalingen van de leerplichtwet vallen.
Nog altijd zijn er versshillende ouders, die hunne kir
deren enkele maanden, soms een jaar. te vroeg van school
nemen, om ze in de huishouding te bezigen of in eene
dienstbetrekking te plaatsen.
Wel kunnen die kinderen voorloopig niet op fabrieken te
recht, omdat ze niet in het bezit van eene arbeidskaart
kunnen worden gesteld, doch er zijn nog tal van andere
betrekkingen, waarvoor geene arbeidskaart gevorderd wordt,
zoodat de werkgevler zich niet aan strafvervolging blootstelt,
wanneer hij een nog leerplichtig kind in zijn dienst neemt.
Het ware te wenschen, dat ook in dit opzicht van de zijde
der werkgevers wat meerdere medewerking werd onder
vonden. Dit absolute schoolverzuim zou dan niet zoo veel
vuldig voorkomen.
In het afgeloopen jaar werden, ter zake van dit verzuim,
voor onze commissie opgeroepen de aansprakelijke personen
voor 165 leerplichtige kinderen.