Deze cijfers bedroegen in 1914 107, in 1913 110, in 1912 154, in 1911 215 en in 1910 247. Van de opgeroepenen verschenen er 53 voor onze com missie de ouders van de overige 112 kinderen vonden het blijkbaar niet de moeite waard het schoolverzuim hunner kinderen voor onze commissie aannemelijk te maken. De verschenen personen werden, na gehouden, bespre kingen, tegen het laten voortduren der overtreding ernstig gewaarschuwd, terwijl hun verder de noodige wenken en raadgevingen werden verstrekt, om het ongeoorloofd school verzuim te doen ophouden. De meesten hunner toonden zich wel bereid, zich naar onze raadgevingen te schikken, doch sommigen bleven on gevoelig daarvoor en meenden zelfs, dat het met de straf vervolging niet zoo'n. groote vaart loopen zou. Aan de verzorgers der leerplichtige kinderen, die geen gevolg hebben gegeven aan onze oproeping' om voor de commissie te verschijnen, werd de bij de wet voorgeschreven waarschuwing schriftelijk gedaan. Onder de aansprakelijke personen, welke het vorig jaar voor onze commissie waren opgeroepen, troffen wij weder om verschillende recidivisten aan. Opmerkelijk is het, dat er onder die recidivisten velen zijn, die reeds jaren achtereen met onze commissie in aan raking komen. Het schoolverzuim is in die gezinnen eene gewoonte geworden en gaat van het eene kind op het an dere over. Het spreekt vanzelf, dat in dergelijke gevallen slechts kan gedacht worden aan onwil en onverschilligheid der ouders. Alle andere oorzaken, zooals armoede, ziekte in het gezin en dergelijke, welke als redenen van verzuim worden op gegeven, zijn niets anders dan uitvluchten. Noch onze vermaningen, noch de veroordeelingen door den strafrechter schijnen hier het gewenschte resultaat op te leveren. En toch zijn het juist deze verzuimen, welke den grond slag leggen voor allerlei straatschenderijen en kleine dief-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1915 | | pagina 498