VERSLAG van den toestand van het middel
baar onderwijs in de gemeente Breda ge
durende het jaar 1915.
Het getal der scholen voor middelbaar onderwijs bleef
in 1915 onveranderd, te weten
A. De hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus
B. De burgeravondschool met vierjarigen cursus
C. De gemeente-teekenschool met zesjarigen cursus.
De commissie bestond op den lsten Januari 1915 uit de
heeren
Mr. E. P. van Lanschot, burgemeester, voorzitter, (af
treding in 1918);
G. A. M. Groeneveldt, (aftreding in 1915);
A. .1. A. Verschraage, (aftreding in 1917);
L. E. Keijzer, (aftreding in 1919) en
H. J. <4. Feber, secretaris, (aftreding in 1916).
In het begin van Januari namen alle leden, behalve de
heer L. E. Keijzer, hun ontslagin de Gemeenteraadszit
ting van 30 Januari werden zij echter herbenoemd daar
in de eerste vergadering der commissie op 27 Februari de
heeren Mr. E. P. van Lanschot en II. J. A. Eeber door
hunne medeleden respectievelijk als voorzitter en secretaris
werden herkozen, bleef de samenstelling onveranderd, tot
dat op 20 November aan den heer Mr. E. P. van Lan
schot die 1 October afgetreden was als Burgemeester
van Breda op zijn verzoek ook eervol ontslag verleend
werd als lid onzer commissie.
In Mr. E. P. van Lanschot verloor de commissie een
buitengewoon begaafd en werkzaam lid. Gekozen ter ver
vanging van zijn ambtsvoorganger FA. H. A. Guljé, op
25 April 1908, werd hij in de eerste vergadering op 9
Mei d. a. v. door zijn medeleden als voorzitter benoemd.
In korten tijd was hij geheel op de hoogte van de zaken,
de drie onder ons toezicht staande scholen betreffende en