36
5°. Over het algemeen werden de lessen met grooten
ijver door de leerlingen gevolgdook over het gedrag
viel niet te klagen. Door het uitreiken van een rapport
over vlijt, gedrag en vorderingen werd er naar gestreefd
den ijver zooveel mogelijk te vermeerderen.
Het aantal verzuimen was vrij groot, gemiddeld 6 a 7°/0.
Hiervan was de helft toe te schrijven aan ziekte, een derde
aan de omstandigheid, dat vele jongens 's avonds door hun
patroon niet konden worden gemist, en de overige ver
zuimen, om andere redenen, bijv. familieomstandigheden,
godsdienstige bijeenkomsten en ongunstig weer.
De Commissie eindigt haar verslag met een woord van
hartelijken dank voor al hetgeen in het afgeloopen jaar
voor de scholen werd gedaan en beveelt de belangen der
scholen opnieuw bij U aan.
De Commissie van toezicht op het
middelbaar onderwijs,
A. J. A. VERSCHRAAGE, voorzitter.
H. J. A. FEBER, secretaris.
Breda, 3 Maart 1916.