VERSLAG van de commissie voor de ambachts
school te Breda over het jaar 1915.
Aan
den Raad der gemeente Breda.
Ingevolge art. 10 der verordening voor onze commissie,
hebben wij de eer U het verslag aan te bieden over het
afgeloopen jaar; het 30ste sedert de oprichting der school
Van de Commissie.
In de samenstelling der Commissie kwam dit jaar eene
zeer beduidende verandering. In de eerste en voornaamste
plaats, doordat aan den Voorzitter op zijn verzoek, een
eervol ontslag verleend werd als Burgemeester van Breda
en daardoor ophield onze Voorzitter te zijn.
Wij zouden meenen in onzen plicht te kort te schieten
indien wij niet van de gelegenheid die dit verslag ons aan
biedt, gebruik maakten, om met een kort woord te herin
neren, wat Mr. Van Lanschot voor de ambachtsschool ge
weest is, wat hij er voor gedaan heeft. Aan hem heeft de
school groote verplichting, in de eerste plaats voor de uit
breiding der gebouwen en in de tweede plaats voor de
reorganisatie en de uitbreiding van het onderwijs, met de
daarop gevolgde salarisregeling. Zijn naam is daardoor on
afscheidelijk aan de ambachtsschool verbonden en dient
steeds met eere genoemd te worden.
De door zijn aftreden ontstane vacature, is tot heden nog
niet vervuld geworden.
In de tweede plaats, hadden wij het verlies te betreuren
van den heer W. J. Slechtriem, die de eenige nog in leven
zijnde persoon was, die vanaf de oprichting der school,