dering van de sla in het voorjaar werd alle groente goed
betaald, wat echter met het late fruit niet het geval was.
Dit kon slechts een matige opbrengst geven. Daarentegen
leverden de frambozen meer op zoowel wat hoeveelheid,
als wat prijs betreft, was het een zoo gunstig jaar, als in
jaren niet is voorgekomen.
Arbeid.
De benoeming van den tuinbaas, die in de plaats van zijn
gemobiliseerden voorganger kwam, bleek in liet najaar niet
verlengd te zullen kunnen worden, zoodat naar een andere
kracht moest worden omgezien. Deze werd gevonden in den
persoon van den heer IJ. Middelburg te Naaldwijk, oud-
leerling der Rijkstuinbouwwinterschool alhier, geboren en
opgegroeid in het Westiand, die tegen 1 januari 1916 werd
benoemd.
Tevens bleek het noodig een deel van het oude personeel
te ontslaan, daar er zich minder gewenschte toestanden
hadden ontwikkeld op den proeituin. in deze opengekomen
plaatsen werd ook tegen het nieuwe jaar voorzien door
aanstelling van nieuwe krachten. Er zal nu naar gestreeld
worden een of meer jonge menschen op te leiden voor liet
bedrijf, die later hun bestaan in dit vak zullen zoeken,
voornamelijk in de provincie.
De bovenvermelde veranderingen hadden een slechten in
vloed op den gang van zaken, daar de ondergeteekende
slechts weinig tijd aan dezen proeftuin kan wijden en niet
meer dan op den Zaterdagmorgen daar geregeld aanwezig
.con zijn.
Bemesting.
De bemesting met paardenmesl werd voortgezet en werd
aangevuld mot een flinke hoeveelheid koemest, verder werd
de afval eener exportslagerij aangekocht en werd nog hulp-
mest gebruikt, voornamelijk gedroogd bloed van de firma
van Koten Co., te Rotterdam. Deze stof wordt meest voor
uitvoer bereid, maar mocht nu als stikstofhoudende meststof,
met het oog op het gebrek aan Chilisalpeter en andere