De namen van de lieeren van Lanschot en Engelbregl
zullen bij de vereeniging in dankbare herinnering voortleven.
Werkzaamheden.
Toen wij 2 Juni 19d4 ons verslag over het jaar 1913
beëindigden, hadden wij geen vermoeden, dat reeds twee
maanden later de oorlogsfakkel zou oplaaien en nagenoeg
geheel Europa en daaronder al onze aangrenzende Rijken
in. vuur en vlam zou zetten.
De beteekenis van deze gewelddadige botsing tusschen de
ons omringende Staten werd spoedig duidelijk. Nagenoeg
alle buitentandsch verkeer werd onmogelijk, zelfs het post
verkeer verlamde in hooge mate.
Kon het wel anders of ook het vreemdelingenverkeer moest
daarvan den invloed gevoelen. Stond het verkeer mei het
buitenland al spoedig geheel stop, ook het binnenlandsch
verkeer werd door beperkten treinenloop beduidend belem
merd. En naarmate de afsluiting der grenzen *de toevoer
van levensmiddelen en grondstoffen verminderde, nam gaan
deweg de duurte der noodzakelijkste levensmiddelen toe,
terwijl de gemobiliseerde Nederlandsche strijdkrachten ons
eene voortdurende aanwijzing bleven, dat de mogelijkheid
om in den krijg te worden betrokken niet slechts denk
beeldig mocht genoemd worden.
Onder die omstandigheden kon elke actie tot bevordering
van vreemdelingenverkeer veilig als nutteloos worden be
schouwd.
Onze kiosk op het Stationsplein die, bij het uitbreken
van den oorlog gedurende een korten tijd werd gesloten,
bleef vrijwel het eenige uiterlijke teelten van leven der
vereenliging.
Vandaar werden over het tijdvak, waarover dit verslag
loopt, verstrekt 2027 inlichtingen aan vreemdelingen, terwijl
werden gevoerd 1223 telefonische gesprekken, waarvan 344
intercommunaal. Verkocht werden 4986 gekleurde en 6192
zwarte prentbriefkaarten, uitsluitend opnamen van Breda en
omstreken, te zamen 11178 stuks met een opbrengst van
f 385.20.
Aan postzegels werd door het depot omgezet voor een
bedrag van f 10681.36 en aan plakzegels voor f 163 95,
totaal alzoo voor een, bedrag van f 10845.31.