Gaandeweg .zijn onze pogingen om in het bezit te komen
van de stichtingsbrieven, statuten of reglementen der wel
dadigheidsinstellingen voorgeschreven bij art. 6 der Ar
menwet gelukt, zoodat wij bij het verschijnen van dit
verslag tot onze tevredenheid kunnen melden, dat geen
enkele instelling daarin achterwege is gebleven.
Enkele instellingen stelden ons in 't bezit harer jaar
verslagen, wat door ons zeer op prijs wordt gesteld, wijl
ook die verslagen den Armenraad in de gelegenheid stellen
een meer ruimeren blik te krijgen op den toestand van het
armwezen in zijn gebied. Wij zullen daarom blijven aan
dringen, dat ons door alle instellingen, die een jaarverslag
uitbrengen, daarvan geregeld een exemplaar voor het archief
worde toegezonden.
Hoe uitgebreider de gegevens hoe spoediger kan worden
voldaan aan de gevraagde inlichtingen, iets wat een voor
naam gedeelte is van het doel waarvoor de Kamer van
Navraag is ingesteld.
Zooals wij in het verslag over 1914 meldden, werd op
ons verzoek, gericht aan heeren burgemeester en wethouders
der gemeente, om ons in het bezit te willen doen stellen
van een afschrift der lijst van ouderdomsrente genietende
personen, afwijzend beschikt.
Aangezien wij het in 't belang achtten daarmede voor
wat de ondersteunden betreft bekend te zijn, hebben wij
getracht zooveel mogelijk op de hoogte te komen door eigen
onderzoek. Dit onderzoek is niet nutteloos geweest.
In het kaartenregister wordt van deze ouderdomsrente
aanteekening gedaan.
IV. Mededeeling van het aantal kerkelijke en parti
culiere instellingen, die, behalve in de gevallen,
bedoeld in art. 12 der Armenwet, aan den Armen
raad opgaven hebben verstrekt omtrent
door haar ondersteunde personen.
Het aantal kerkelijke en particuliere instellingen, die zonder
de aanvrage bedoeld in art. 12 der Armenwet omtrent de
door haar ondersteund wordende gezinnen en eenloopende
personen gegevens verstrekten, bedraagt thans 12.
De navolgende instellingen doen ons eenige zeer ge-
