Kantoor van waarborg der gouden en zilveren werken.
Bij de verschillende verknopingen werd hieraan uitgegeten:
Terugbetaald bij lossing
voor de verkooping.
in Maart 1915 f 0,40 -j- f 3,50 ft 3,90
Juni 0,25 7,70 7,95
September 0,30 -j- 2,775 3,075
December 0,35 8,35 8,70
f 1,30 7~22,325 f 23,625
en in 1910 f 25,505
1911 18,45
1912 18,375
1913 12,30
1914 22,125
Alzoo in 1915 f 1,50 meer dan in 1914.
Deze uitgaaf wordt geregeld naar het meerdere of mindere
gewaarborgde en het gehalte van de verkochte panden.
Overschotten op verkochte panden.
De overschotten op verkochte panden, bestaandie uit de
meerdere opbrengst dan de beleende som met de daarop
verschenen interesten, blijven, volgens art. 24 van het
Reglement der Bank, gedurende acht maanden na de ver
kooping ter beschikking van de houders van pandbewijzen.
Het onafgehaalde vervalt na dien tijd ten voordeele van
de Bank.
Aan de Bank vervallen overschotten op verkochte panden:
in Febr. 1915 f 128.985 van panden, verkocht in Juni 1914.
Mei 5^.60 Sept.
Aug. 53. <8 Dec.
Nov. 84.65 Mrt. 1915.
f 325.015.