12 overeenkomstig art. 2, 3e lid, der Verordening op het be heer van het Gemeentelijk Pensioenfonds, in dat fonds zal worden gestort f300. Ter voldoening aan dit raadsbesluit werd over 1915, evenals in het daaraan voorafgaande jaar. uit de fondsen der Bank wederom f 300.— in gemeld Pen sioenfonds gestort. De rekening der Bank over 1914. bedragende in ontvang f45402.705 en in uitgaaf f44320.195, sluitende alzoo met oen kassaldo van f 1082 51, alsmede de winst- en verlies rekening over hetzelfde jaar, en de balans, werden vast gesteld bij besluit van den Raad, d.d. 14 Augustus 1915. De begrooting van ontvangsten en uitgaven voor hel dienstjaar 1916, aanwijzende in ontvang en uitgaaf f5250. werd door den Gemeenteraad goedgekeurd in zijne open bare vergadering van 10 December 1915. 'Overeenkomstig art. 2 van het Reglement, worden Bur gemeester en Wethouders in het beheer en het toezicht op den dienst der Bank bijgestaan door eene vaste commissie ingevolge art. 54, 2de lid, der Gemeentewet. Ter vervanging van den heer A. P. Scheltus, die, ten gevolge zijn/er niet-herkiezing als raadslid, ingaande 7 Sep tember 1915 als wethouder aftrad, werd door Burgemeester en Wethouders, bij besluit van 9 September 1915, tot voor zitter der Bankcommissie aangewezen het lid van hun col lege, de heer L. E. Keijzer. Bij besluit van den Raad d.d. 7 September 1915 werden de heeren J. B. M. Merkelbach van Enkhuizen, W. J. H. Feber en A. W. Zijlmans voor het jaar 1915/16 herbe noemd tot leden der Bankcommissie. terwijl ter vervanging van den heer W. J. A. Loomans, die, niet als raadslid herkozen zijnde, daardoor ophield lid onzer Commissie tc zijn, benoemd werd de heer C. J. A. Broos. Bij raadsbesluit van 30 December 1915 werd in de va cature van lid der Bankcommissie, ontstaan door het ver trek van den heer J. B. M. Merkelbach van Enkhuizen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1915 | | pagina 662