Het wil ons voorkomen, Excellentie, dat deze toestand niet langer mag voortduren. Waar gedurende een zoo groot aantal jaren, één groep van belanghebbenden schier alles, de andere nooit iets betaalde, moet aan die stuitende ano malie, aan dat onrecht, ten spoedigste een einde worden gemaakt. En derhalve meenen wij bescheidenlijk doch drin gend te mogen verzoeken, dat zooals reeds geschiedde ten aanzien van andere rivieren en kanalen in Nederland ook de rivier De Mark en Dintel zoodra mogelijk worde vrijgemaakt. Mocht Uwe Excellentie evenwel oordeelen, als nog niet terstond de afschaffing der vaart- en schutgelden op de rivier De Mark en Dintel te kunnen bevorderen, zoo zal ze naar wij vertrouwen toch zeker willen mede werken dat, voorloopig althans, eene verdeeling van lasten naar billijke verhouding van interessen, worde ingevoerd, waarbij tot vermindering van vaart- en schutgelden, eene rationeele omslag over de belanghebbende grondeige naren worde geheven. No. 524. i J I j i Aan de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Maastricht. Wij ontvingen Uw schrijven van 17 dezer, waarvan wij met belangstelling kenn's namen en zeggen U dank voor Uwe welwillende medewerking. Naar aanleiding van Uw verzoek, is onze Kamer gister avond in buitengewone vergadering vereenigd geAveest en is de zaak breedvoerig besproken. Echter behield de ziens- Avijze de overhand, dat de door Uav geacht College ge- Avenschte maatregel, tot verbod van uitvoer van levende en geslachte varkens en rundvee, met het oog op de toekomst in zijn gevolgen waarschijnlijk nadeelig zou blijken te zijn Onze Kamer betreurt het, derhalve ditmaal niet met U te kunnen samenAverken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1915 | | pagina 669