2
Hieronder volgt een ov.erzi.eht der ontvangsten en uitgatven.
Batig slot der rekening 1915 f 107.635.
Aan interesten van belegd kapitaal werd in 1916 ontvan
gen f '2636.Q4.
Van het kapitaal van het pensioenfonds is op 1 Januari
1916 afgelost f 1500.— der 3l/2 leening van 1886, ge
meente Breda.
De bijdrage van de gemeente bedroeg over 1916
a. algemeen© dienst f 22079.55
b. gasfabriek - 430I0.
c. waterleiding - 800.
d. bank van. leening - 300.
Aan bijdragen van gemeente-ambtenaren voor eigen pen
sioen werd ontvangen f 1460.90 voor weduwen en weezen-
pensioen f 2819.34. Voor inkoop van diensttijd als gemeente
ambtenaar f 84.05. Alsvoor, als tijdelijk gemeente-ambtenaar
f 89.795. De door de gemeente vóór 1 October 1913 gepen
sionneerde ambtenaren droegen bij f 31i2.76.
Verder is als ontvangst verantwoord
Teruggaaf van aan gepensionneerde gemeente
ambtenaren verstrekte voorschottenf 358.
De uitgaven bedragen
Administratieloon (hieronder begrepen de vergoeding-
ad f 100.aan den administrateur) f 198.03.
Bij den betaalmeester werd gestort voor ambtenaars-
pensioen (ingevolge art. 40 der Pensioenwet voor de ge
meente-ambtenaren 1913) f 2966.45 ingevolge art. 43 (in
koop van tijdelijke diensten) f 507.46, ingevolge art. 63 en
64 dierzelfde wet (inkoop van vroegere diensten) f 386.77
ingevolge art. 65, 2e lid f 103.865, ingevolge art. 68 dier
vret (jaarlijksche vergoeding voor uitgekeerde ambtenaars-
pensioenen) f 6392.— voor weduwen- en weezenpensioen,
(ingevolge art. 27, le lid, sub a, der weduwenwet voor de
gerne entc-a i nbt en aren 1913) f 10288.915.
Aan vóór 1 October 1913 verleende pensioenen werd be
taald een bedrag van f 15332.32.
Aan één na 1 Octobeir 1913 gepensionneerde gemeente
ambtenaar wordt een aanvullingspensioen betaald van f 149
?s jaars.
Aan een andere, na 1 October 1913 gepensionneerde ge
meente-ambtenaar, is vergoed een deel der bijdrage, door
hem verschuldigd ingevolge art. 27, le lid sub 1 der Wedu-