12. Onbewoonbaarverklaring ingevolge art. 18, 2de lid
der woningwet.
16. Idem van art. 25 der woningwet.
13. Toepassing van art. 18, 4de lid, a, b en c der
woningwet.
14. Ontruiming en sluiting van ohbewoonbaarverklaarde
woningen met opgave van liet aantal gevallen.
15. Toepassing van art. 22 der woningwet.
Onbewoonbaarverklaring van woningen, ingevolge art. 18,
lste lid, der woningwet, heelt niet plaats gehad.
Bij raadsbesluit van 30 December 1916 werden ingevolge
art. 18, 2de lid. der woningwet onbewoonbaar verklaard
de woningen aan den Nieuweweg no. 16 en 17.
Bij raadsbesluit van 18 November 1916 werd ingetrokken
het raadsbesluit van 28 September 1912, waarbij op grond
van art. 18, 2de lid, der woningwet, onbewoonbaar werden
verklaard de woningen aan de Koninginnestraat nr. 97 en
97a. Deze intrekking geschiedde om tegemoet te komen aan
den wensch van Gedeputeerde Staten, bij wien de eigenaar
der betrokken woningen in beroep was gekomen.
De overige in deze rubriek genoemde wetsartikelen von
den in 1916 geene toepassing.
IV.
Onteigening.
17. Onteigening, volgens art. 77 der Onteigeningswet
onderscheiden naar gelang art. 77, lste, 2de, 3de of 4de
lid is toegepastmet vermelding of de onteigening geschiedde
ten name der gemeente of van vereenigingen, vennootschappen
of stichtingen; krachtens raadsbesluit of krachtens koninklijk
besluit.
Onteigening had in 1916 niet plaats.