HOOFDSTUK II. VERKIEZINGEN. De gemeente is verdeeld als volgt a. voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en van de Provinciale Staten in drie stemdistricten, respectievelijk gevestigd ten raad- huize, aan de ambachtsschool en aan de gasfabriek. Tot in 1894 was voor de bovenbedoelde ver kiezing de gemeente verdeeld in twee stemdistricten, beide gevestigd ten raadhuize, doch bij verordening van 1 Apri 1905 (gemeenteblad no. 116) is, op verlangen van de hooge regeering, de verdeeling uitgebreid tot drie stemdistricten. b. voor de verkiezing van leden van den gemeenteraad in drie kiesdistricten, respectievelijk gevestigd als boven. Volgens de lotingen, gehouden op 19 -Juni 1897 en 3 Sep tember 1901. in verband met de aanvulling van den rooster van aftreding, vastgesteld bij besluit van de gedeputeerde staten dezer provincie van 21 Februari 1901, G. no. 98, behooren voor de verkiezing van leden van den gemeente raad tot het eerste district de heeren W. J. II. FEBER. C. P. A. KANTERS, J. C. CRAMERUS. A. W. ZIJLMANS. Jhr. mr. A. REIGERSMAN. H. J. II. HORNIX. Th. J. A. VAN DIJK.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1916 | | pagina 25