15 ge 11. De bewoner van bet perceel Fellenoordstraat 11a klaagde over binder van een mesthoop achter zijne woning. O]) grond van de politieverordening werd door B. en W. opruiming gelast. 12. De bewoner van perceel Spoorstraat nr. 34 klaagde over een doorlekkend privaat van zijn buurman. Op grond van de bouwverordening werd verbetering gelast. 13. De bewoner van perceel Fellenoordstraat 21a klaagde over onhoudbare stank komende uit een pakhuis van gedroogde groenten. De adjunct-Directeur van Openbare Werken deelde mede, dat reeds eene opening voor luchtverversching in het pakhuis was aangebracht en dat onderzocht zou worden of de opgeslagen gedroogde groenten bedorven waren, in welk geval verwijdering en vernietiging gelast zou worden. C. Verontreiniging van de lucht. (Stank van fabrieken, enz.). Hierover kwamen geen klachten bij de Commissie in. D. Begraafplaatsen. Hieromtrent is niets te vermelden. HOOFDSTUK IY. V olkshuisvesti ng. Woning- In den loop van het jaar 1916 werd door de Commissie een onderzoek. plaatselijk onderzoek ingesteld m 50 woningen, en wel in 27 woningen en erven, teneinde advies te kunnen verleenen aan den Gemeenteraad van Breda, in zake aangevraagde uit zondering op verbod van art. 14 der Bouwverordening, (Zie (blz. 41, 42 en 43). In 23 woningen, ten eide uitvoering te geven aan de Woning wet en een besluit uit te lokken van Burgemeester "en Wet houders, waarbij wordt gelast den bestaanden toestand te ver beteren of waarbij de betrokken woning onbewoonbaar wordt verklaard.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1916 | | pagina 288