18
der onbewoonbaarverklaring van bovengenoemde woning,
2°. den eigenaar opnieuw aan te schrijven tot het aanbrengen
van de noodige verbeteringen,
3°. om, bij hernieuwde nalatigheid van den eigenaar om de
verbeteringen binnen den vastgestelden termijn aan te
brengen, gebruik te maken van de bevoegdheid van het
Gemeentebestuur, gegeven bij art. 46 der Woningwet, om
de verbeteringeu ten koste van den eigenaar te doen
aanbrengen, na belanghebbende schriftelijk te hebben
gewaarschuwd."
Bij besluit van den Raad van den 18 November 1916 werd
de onbewoonbaarverklaring van de woningen Koninginnestraat
97 en 97a ingetrokken.
De woningen zullen aan een nieuw onderzoek onderworpen
worden.
Woningnood. 1916 nam de woningnood in Breda zeer groote afmetin
gen aan.
De Commissie wendde zich hierom tot Burgemeester en Wet
houders met het volgende schrijven
Breda, 4 November 1916.
De Gezondheidscommissie voor de gemeente Breda heeft de eer
onder Uwe aandacht te brengen:
dat er in deze gemeente groote woningnood heerscht en wel
in die mate, dat zeer vele arbeiderswoningen door meerdere ge
zinnen bewoond worden.
Deze woningnood is veroorzaakt
le. door het hier verblijf houden van Belgische vluchtingen,
2e. door de terugkeer naar Breda van Hollandsehe gezinnen,
die vóór den oorlog in het buitenland gevestigd waren,
3e. door het ontstaan van nieuwe gezinnen door huwelijk en
4e. door de zeer geringe aanbouw van arbeiderswoningen.
Aangezien vele van de hier verblijf houdende Belgen uit den