26
Leuvenaarstraat, één geval in de Keizerstraat en in een gezin
aan de Teteringsche Dijk.
Al die zieken hadden vleesch gebruikt van een wegens ziekte
uit nood geslachte koe.
Het vleesch was gekeurd door den heer C. van Heelsbergen,
Rijksveearts en den heer H. W. Scholten, keurmeester te llreda
en voor de consumptie geschikt bevonden.
Na het bekend worden der vergiftiging is het nog aanwezige
vleesch door den keurmeester in beslag genomen en een gedeelte
ervan ter onderzoek opgezonden aan den Directeur der Rijks-
Serum-inrichting te Botterdam, dr. Poels.
In het opgezonden vleesch zijn gevonden de z.g. Gfartnersche
bacillen, die in vele gevallen van vleeschvergiftiging als de
oorzaak zijn vastgesteld.
De Commissie is van oordeel, na inlichtingen te hebben in
gewonnen van meerbevoegden, waaronder Dr. Poels te Rotterdam,
den heer van Rijssel, districts-veearts te Breda, het tijdschrift
voor dierengeneeskunde etc.
lo. dat het in vele gevallen niet mogelijk is, uit nood ge
slachte dieren te keuren, zonder dat men daarbij in het
bezit is van een behoorlijk laboratorium en koelkamers,
waar het vleesch in observatie kan gehouden worden,
totdat het bacteriologisch en zoonoodig het serologisch
onderzoek is afgeloopen, wat uren, maar ook vooral bij
entproeven dagen kan vorderen,
2o. dat in het bijzonder het opsporen van Gartnerschebacillen
in vleesch volgens de in Breda gebruikelijke keuring
onmogelijk is en niet anders kan geschieden dan door
bacteriologisch en serologisch onderzoek, gevolgd door
experimenten op muizen,
3o. dat bij noodslachting van zieke dieren het in vele ge
vallen niet te verdedigen is vleesch voor de consumptie
goed te keuren, dat niet aan een bacteriologisch onder
zoek werd onderworpen,
4o. dat ook bij schijnbaar gezonde dieren een behoorlijke
keuring zonder laboratorium, koelkamer etc. niet kan
plaats hebben.
Aangezien bovengenoemde keuringsmethoden wegens het ont
breken van een goed ingericht abattoir te Breda, onmogelijk zijn,
het gevaar van vleeschvergiftiging voor de bevolking, ook bij