ff. dat met het voortdurend toezicht op de naleving der voor waarden aan deze vergunning verbonden worde belast de Inspecteur van het bouw- en woningtoezicht en diens plaatsvervanger h. dat ter uitoefening eener geregelde controle op het afval water en op de naleving dezer voorwaarden, adressante gehouden is te gedoogen, dat het terrein der fabriek door de onder ff genoemde ambtenaren ten allen tijde worde betreden, zonder dat deze van eene speciale lastgeving zijn voorzien 4°. Aanvrage van de N.V. „POMONA" om vergunning tot afvoer van fabriekswater. De Oommissie overwegende, dat de zekerheid bestaat dat de openbare wateren door het fabriekswater ernstig verontreinigd zullen worden, dat deze verontreiniging door de geringe soms ontbrekende stroom in de singelgracht ernstige gevolgen zal hebben en zeer veel hinder veroorzaken, dat deze verontreiniging door bezinkputten, roosters en riolee- ring niet te voorkomen is, omdat zij veroorzaakt wordt door rotting van opgeloste of zeer fijn verdeelde zwevende organische stoffen, adviseerde den afvoer van het fabriekswater naar liet gemeenteriool toe te staan, doch alleen op de navolgende voorwaarden a. dat het fabriekswater voldoende gereinigd worde. b. dat een contróleput aangebracht worde, waar ten alle tijde en ten koste van den concessionaris monsters tot onder zoek genomen kunnen worden, c. dat de vergunning niet inga vóór dat ten genoege van Burgemeester en Wethouders door den aanvrager zal vol daan zijn aan de voorwaarde sub cl gesteld bij hun besluit d.d. 4 September 1915 Ag. nr. 32, le Bureau, waarbij vergunning verleend wordt tot oprichting der fabriek, luidende „dat, ongeacht de voorwaarden door den Gemeenteraad „bij het verleenen van eene eventueele vergunning tot „afvoer van fabriekswater in het gemeente-riool ingevolge „art. 54 der Bouwverordening dezer gemeente op te leggen, „al het water, zoowel hemel- als afvalwater der inrichting „in zoodanigen toestand moet worden afgevoerd, dat daarin

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1916 | | pagina 320