30
B. Het college van dagelyksch bestuur.
Voormeld college was op 31 December 1916 samengesteld
uit de heeren
Mr. E. 0. J. M. baron van Iïövell tot AVesterflier, bur
gemeester, benoemd bij Koninklijk besluit van 12 November
1915, no. 21, met ingang van 22 November d. a. v. ge
ïnstalleerd 13 December daarna.
C. J. A. Broos, wethouder, aftredende in 1917.
J. Lijdsman, wethouder, aftredende in 1917.
-J. C. Cramerus, wethouder, aftredende in 1920.
De oud-wetliouder Scheltus en de wethouder Lijdsman
waren met de heeren L. M. Beekers, commies (als hoofd)
ten kantore van den burgerlijken stand en A. J. van Son.
(hoofdcommies ter secretarie), ambtenaren van den burger
lijken stand.
Bij raadsbesluit van 3 Augustus 1912 is alsnog tot vierde
ambtenaar van den burgerlijken stand benoemd de heer
M., J. M. Nelissen, adjunct-commies ten kantore van den
burgerlijken stand en bevolking.
Aan den heer W. G. II. Rombouts werd bij raadsbesluit
van 30 December 1916 op zijn verzoek eervol ontslag ver
leend als onbezoldigd ambtenaar van den burgerlijken stand.
Secretaris H. H. Jonkergouw, benoemd bij raadsbesluit
van 20 Juni 1908.
Ontvanger: mr. F. Th. H. Cerutti, benoemd bij raadsbesluit
van 12 December 1914 met ingang van 1 Januari 1915.
Mutatiën in den raad en in het dagelijksch bestuur. i
De wethouder L. E. Keijzer overleed op 8 April, in wiens
plaats op 22 Juli werd benoemd de heer C. J. A. Broos.
De wethouder C. L. Stulemeijer nam zijn ontslag bifl brief
van 2 Mei, waarna in de raadszitting van 13 Mei in zijne
plaats werd benoemd de heer J. .Lijdsman.
De wethouder mr. W. Ingen-Housz zond zijn -ontslag in
bij brief van 8 Juli, waarna de heer J. C. Cramerus in
zijne plaats benoemd werd bij raadsbesluit van 25 No
vember 1916.
In de plaats van den heer J. B. M. Merkelbach' van
Enkhuizen, die in 1915 naar elders vertrok werd tot raads- 1
lid gekozen de heer W. II. Bogaardt.
i