De Belgische school werd in October 1916 in zooverre
gewijzigd, dat de Vlaainsche en de Fransche klassen, in
Dwarsstraat No. 1 gevestigd, vereenigd werden onder één
directeur, den lieer J. de Muelenaere. Het aantal leerlingen
bleef 200 en werd verdeeld over een fröbelklasse, een
lagere school, een M. U. L. O. school, en een middelbare af-
deeling. Tien leerkrachten zijn er werkzaam en toezicht
wordt uitgeoefend door het plaatselijk schoolbestuur waarin
zitting hebben de hoeren F. A. M. J. Smits, voorzitter, J.
A. J. Elich, secretaris-penningmeester, tevens gedelegeerde
der centrale commissie ter verschaffing van onderwijs aan
de uitgewekenen en C. Vloeberghs als vertegenwoordiger
der Belgische ouders.
HOOFDSTUK III.
liet Openbaar Lager Onderwijs.
Ook dit hoofdstuk zouden we weer kunnen beginnen met
te wijzen op het vele waarvan we de verwezenlijking in
1916 hadden verwacht, maar dat niet tot stand gekomen is.
Nog steeds is er geen 7de leerjaar aan de tusschensleholen
in de Ginnekenstraat en aan de Nieuwe Huizen aan de
meeste openbare scholen zijn nog geen speelplaatsen van
voldoende afmeting gymnastieklokalen zijn nog niet ver
rezen en over de schoolgebouwen kan men nog immer de
zelfde klachten uiten als in vorige jaren. Liever echter
wijzen we op lichtpunten in die duisternis liever vermelden
we, dat het thans werkelijk „Daghet in den Oosten" en
verwachten we dat het licht weldra schijnen zal overal.
Er zijn immers plannen in vergevorderden staat van voor
bereiding om de school aan de Houtmarkt en de openbare
meisjesschool te vereenigen tot één M. U. L. O. school onder
één mannelijk hoofd; en om daarvoor, zoodra de omstandig
heden het toelaten, op een open terrein een nieuw gebouw
naar de eischen des tijds op te richten.
Voorstellen zijn immers reeds gedaan, en zij troffen,
voor zoover ons bekend is nergens principieelen tegenstand,
om de drie tusschenscholen uit te breiden tot U. L. O.-