Absoluut schoolverzuim. In het afgeloopen jaar werden een drietal aansprakelijke personen voor onze commissie opgeroepen wegens liet niet doen verstrekken van lager onderwijs aan kinderen, die nog in den leerplichtigen leeftijd vielen. l it een ingesteld onderzoek en uit de verklaringen der opgeroepen personen bleek ons, dat één kind enkele weken te voren was overleden, dat een ander kind op eene kost school was geplaatst en dat het andere niet te vinden was. De commissie kon zich dus onthouden van het doen van ambtshalve inschrijving v'an een dier kinderen op eene lagere school. Hieruit volgt initusschen niet, dat alle kinderen in de ge meente, die in den leerplichtigen leeftijd vallen, nu ook werkelijk eene lagere school bezoeken of op andere wijze aan de voorschriften der leerplichtwet voldoen. Integendeel Herhaaldelijk blijkt ons, dat verschillende ouders hunne kinderen maanden te vroeg van school nemen, ten einde hen in de huishouding te bezigen, in eene dienst betrekking te plaatsen of, wat nog erger is, voor sommige fabrieken of industriëele ondernemingen huisarbeid te doen verrichten. Vele ouders zijn van meening, dat een kind, zoodra het den 13 jarigen leeftijd heeft bereikt, vrij is van den leerplicht. Die meening is onjuist. Zoolang een kind niet de hoogste klasse eener lagere school doorloopen heeft, blijft het leer plichtig, totdat het do klasse heeft afgeloopen, waarin het bij het bereiken van den 13 jarigen leeftijd was geplaatst, met andere woorden, totdat de eerstvolgende overplaatsing van leerlingen op die school plaats heeft. Wel worden de ouders door de hoofden van scholen hierop intijds opmerkzaam gemaakt, doch velen storen zich niet aan dit wetsvoorschrift. Ze wagen het erop en wachten geduldig het instellen eener strafvervolging af. Ofschoon die kinderen voorloopig niet op fabrieken terecht kunnen, omdat zij niet in het bezit kunnen worden gesteld van eene arbeidskaart, zoolang zij niet aan de bepalingen der leerplichtwet hebben voldaan, zijn er nog verschillende andere betrekkingen, waarvoor geene arbeidskaart vereiseht wordt, zoodat de werkgevers zich niet aan strafvervolging

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1916 | | pagina 506