VERSLAG van den toestand van het middelbaar
onderwijs in de gemeente Breda gedurende
het jaar 1916.
Het getal der scholen voor middelbaar onderwijs bleef
in 1916 onveranderd te weten
A. Ue hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus;
B. De burgeravondschool met vierjarigen cursus;
C. De gemeente-teekenschool met zesjarigen cursus.
De Commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs
bestond op den lsteu Januari 1916 uit de heeren:
.4. J. A. Verschraage, H. J. A. Feber secretarisL. E.
Keijzer, Ür. 11. J. L. Struijcken en J. J. Verbeeten.
In de eerste vergadering in 1916, op 3 Maart, werd de
heer Verschraage tot voorzitter gekozen, ter vervanging
van Mr. E. P. van Lanschot.
Op den 7den April overleed na een kortstondige ziekte
ons medelid, de heer L. E. Keijzer, sedert 24 December
1914 lid der Commissie. De heer Keijzer was dus slechts
ruim 'n jaar lid gaarne brengt de commissie een woord
van hulde aan zijne nagedachtenis; met ijver en belang
stelling nam hij deel aan de werkzaamheden.
In zijn plaats werd in de Raadszitting van 12 Augustus
gekozen de heer Ür. C. van Eijk, leeraar aan de Konink
lijke Militaire Academie.
De heer H. J. A. Feber, die aan de beurt van aftreding
was, werd in de Raadszitting van 30 December niet her
benoemd in zijn plaats werd gekozen de heer Mr. H. J. J.
van den Biesen.
De heer Feber was, door zijn uitgebreide kennis, door
zijn ervaring als leeraar en als hoofd van onderwijs aan
de Koninklijke Militaire Academie, niet minder ook door
zijn groote belangstelling en toewijding, een uitnemend lid
der Commissie, die daarom betreurt, dat de belanglooze
diensten, die hij gedurende acht jaren aan het Middelbaar