Onderwijs te Breda heeft bewezen, in den Gemeenteraad geen
woord van waardeering vonden, toen hij niet werd herkozen.
De Commissie brengt hem hier gaarne haar oprechten dank
voor den steun, dien zij steeds in zijn weloverwogen adviezen
en nauwgezetten voorarbeid vond.
De commissie bestond op 31 December 1916 uit de
heeren
Het nieuwgekozen lid, Mr. H. J. J. van den JBiesen
heeft zitting van 1 Januari 1917 tot 1 Januari 1922.
De commissie vergaderde negen malenin die vergade
ringen werd o.m. besprokenDe vaststelling van het jaarver
slag; de regeling van de jaarwedden van den leeraar in
gymnastiek; de inrichting en uitbreiding van de lokaliteit
der gemeente-teekenschoolde regeling van het onderwijs
aan en wijziging van de verordening betreffende die school
vaststelling van het programma der hoogere burgerschool
voor het schooljaar 1916 1917; begrootingen der drie
scholenbenoemingen en herbenoemingen van leeraren
vaststelling van den uitslag der overgangs-examens, der
toelatings-examens en der herexamenssplitsing der eerste
klasse in drie afdeelingenbespreking van de notulen van
de gemeenteraadsvergadering van 30 Juni 1916, betreffen
de de benoeming van een wiskunde-leeraar in de eerste,
tweede en derde klasse, bespreking in verband met eene
mogelijke reorganisatie der Burgeravondschool, gemeente-
teekenschool en ambachtsschool en eindelijk verschillende
huishoudelijke zaken.
A. Hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus.
1°. Het personeel der hoogere burgerschool onderging
2
A. J. A. Verschraage, voorzitter a treding in 1917);
H. J. A. Feber, secretaris (aftreding in 19 6);
Dr. H. J. L. Struijcken, (aftreding in 1918);
J. J. Verbe ten, (aftreding in 1920);
Dr. C. van Eijk, (aftreding in 1919)