werd echter '23 September verworpen, Einde November be
richtte de Minister, dat hij „onder de gegeven omstandig
heden geen overwegend bezwaar had tegen de tijdelijke
„benoeming van den heer Van Boeckel". Deze nam de be
noeming aan en zal 1 Maart 1917 in functie treden.
Naar aanleiding van deze benoeming richtte de Commissie
het verzoek tot den gemeenteraad, in de toekomst met
haar in nader overleg te willen treden, indien men zich
met haar adviezen niet kon vereenigen.
De lessen van den heer A. J. Klein Swormink werden na
de groote vacantie met goed gevolg waargenomen door den
civiel-ingenieur A. P. Potma, tot 1 September leeraar aan
de Rijks Hoogere burgerschool te Veendam; hij werd daartoe
aangewezen bij besluit van Burgemeester en Wethouders van
31 Augustus (met ingang van 1 September)deze benoeming
werd bekrachtigd door den gemeenteraad op 30 December.
Nog werd in verband met de splitsing der eerste klasse
in drie afdeelingen, door Burgemeester en Wethouders op
7 September tot tijdelijk leeraar in de wiskunde (voor acht
lesuren) benoemd de heer V. Esbach, leeraar aan de Burger
avondschool te Tilburg, oud-leerling der school. Deze benoeming
werd door den gemeenteraad voor het schooljaar 1916 1917
bekrachtigd op 23 September. De heer Esbach trad 7
September in functie; hij voldeed geheel aan de van hem
gekoesterde goede verwachtingen.
Op 31 December 1916 bestond het personeel der hoogere
burgerschool uit:
A. P. Potma, civiel-ingenieur, leeraar in de wiskunde;
B. W. Mondt, civiel-ingenieur, directeur en leeraar
in de wiskunde, de werktuigkunde en het rechtlijnig tee
kenen
C. B. Barlo, werktuigkundig-ingenieur, leeraar in de
wiskunde, de werktuigkunde en het rechtlijnig teekenen
G. van Rij, leeraar in de wiskunde en het boekhouden;
V. Esbach, leeraar in de wiskunde;