F. Archief en boekerij.
1. Oud-arehief
Het oud-archief, waaronder gerekend worden alle stukken
en schrifturen van vóór het jaar 1813, staat onder toezicht
van den gemeente-archivaris, die met de verzorging daarvan
is belast.
Bij het ingebruiknemen der nieuwe lokalen, bestemd voor
gemeente-secretarie, zijn ook de oude kerkelijke registers,
op den burgerlijken stand betrekking hebbende, onder de
hoede van den gemeente-archivaris gesteld.
Van hetgeen door hem, met betrekking tot dit archief,
in 1916 is verricht, is ingekomen een verslag, hetwelk
hierachter onder de bijlagen is opgenomen. (Zie bijlags I).
Jl. Nieuw-ar chief.
Het nieuw-archief is, na de ingebruikneming der nieuwe
kantoren ten stadhuize, gesplitst. Alles wat zuiver de
gemeente-administratie raakt, is overgebracht naar het lokaal
waar vroeger het 1ste bureau der gemeente-secretarie
gevestigd was. De dagelijksche zorg daarvoor is opgedragen
aan den commies ter secretarie, den heer S. J. van der
Meulen.
Het ander gedeelte van het nieuw-archief, uitsluitend
bestaande uit gedrukte bescheiden, zooals couranten, hande
lingen van de staten-generaal, provinciale en gemeente
verslagen enz. is overgebracht naar een der lokalen, vroeger
in gebruik bij het stedelijk museum. Dit archief, bekend
als boekerij, staat onder de zorg van den commies ter
secretarie, den heer P. W. van Gils.
III. Brandkluis.
De inhoud daarvan is in 1907 geinventariseerd. Door
indeeling en nummering is de bruikbaarheid van den
inventaris bevorderd.