HOOFDSTUK X Armwezen. Op 31 December 1917 waren in deze gemeente gevestigd: 2 instellingen, behoorende tot letter a. (burgerlijke) 27 b. (kerkelijke) en !4 ,7 c. (bijzondere) van artikel 2 der wet van 27 April 1912 Staatsblad no. 165) De burgerlijke instellingen zijn: 1het Burgerlijk Armbestuur en 2. het Oude-Mannenhuis. Verschillende bijzonderheden, nopens den toestand van het armwezen, zijn vervat in het hierachter opgenomen verslag van het Burgerlijk Armbestuur over 1917. (Bijlage XXX). Bij Koninklijk Besluit van 7 juni 1903 no 38 werd voor deze gemeente een Arm nraad ingesteld, waarbij het aantal bestuursleden werd bepaald op vijf. Er z jn 19 instellingen van weldadigheid in deze gemeente, welke aan dien Armenraad deelnemen. Een verslag van deze instelling over 1917 is als bijlage hierachter opgenomen. (Bijlage XXIX). Op daartoe gedane uitnoodiging ontvingen wij, evenals in voorgaande jaren een verslag van de commissie van het district Breda" van het Fonds ter aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden over 1917, waaruit blijkt, dat de districts-commissie bestaat uit de heeren ThAJRoerschVoorzitter B. C. G. Glasius. I. I. E. Francken. f I-eclen. D. Cheriex, Secretaris. De uitkeeringen hadden geregeld plaats op den ien werkdag van ieder kwartaal. Het aantal infinnen en veteranen bedroeg 20, dat der ver minkten 15, van wie één sedert 1904 geschorst en één niet opgekomen is. Bijslag boven hun gratificatie op pensioen ontvingen 7 ver minkten, 1 blinde infirme. De opbrengst der jaarlijksche col lectie voor het fonds was echter niet voldoende 0111 de uit gaven te dekken; ze bedroeg f 76,98 voor Breda en f 471,20 voor het geheele district.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1917 | | pagina 99