Oude-Mannenhuis Het bestuur van dit gesticht wordt benoemd door den gemeente raad en bestond op 31 December -1917 uit de volgende heeren J. M. IngenHousz, voorzitter. H. F. J. N. W. Temminck. P. L. Faes. J. J. van Mierlo. mr. P. C. E. van Wijmen. Rentmeester is de heer Th. W. F. M. Reiik. In het bestuur van dit gesticht kwam in het afgeloopen jaar geene verandering. De heer P. I.Faes, die op 1 Juni 1917 als regent aan de beurt van aftreding was, werd bij raadsbesluit van 30 Juni 1917 herbenoemd. Instellingen tot voorkoming van armoede. Deze instellingen zijn A. De Bank van Leening. B. Een spaarbank van wege het departement „Breda" dei- Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. C. Een ziekensociëteit van het departement voornoemd. D. Een hulpbank van voornoemd departement. E. Een commissie uit voormeld departement tot het doen van voorschotten aan gepensionneerden F. Een commissie uit idem tot het verstrekken van warme spijzen aan behoeftige schoolkinderen. G. Een bij Koninklijk Besluit erkende spaarkas van de ver- eeniging „Zuinigheid met vlijt", (afdeeling van den R. K. Volksbond) H. Een voorschotbank van voornoemde vereeniging. I. Een Boerenleenbank, afdeeling van de Centrale Boeren leenbank te Eindhoven J. Een spaarbank van den St. Josephkring, opgericht 19 Maart 1897. De toestand van de onder A genoemde inrichting in 1917 is omschreven in het hierachter opgenomen van de commissie van beheer ontvangen verslag. (Bijlage XXXII).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1917 | | pagina 106