zonden. Herhaaldelijk werd van de zijde van het Distribu
tiebedrijf aangedrongen om hierin verandering 1e krijgen,
maar steeds vruchteloos.
Einde Juni was de voorraad van oude aardappelen uit
geput, terwijl de aanvoer van nieuwe nog zeer gering was.
Het gelukte echter aan het Levensmiddelenbedrijf een vrij
groote partij in Rotterdam te koopen, zoodat de moeilijk
heden van korten duur waren. Gedurende de maanden Juli,
Augustus en September was de distributie van aardappelen
van Rijkswege stopgezet om in October weder te beginnen.
Werden aanvankelijk zoowel zand- als kleiaardappelen
beschikbaar gesteld, al spoedig waren wij wederom aange
wezen op de bekende Groninger veenaardappelen, die ons
soms in zeer groote partijen tegelijk werden toegezonden.
Door deze onregelmatige aanvoeren had het Levensmiddelen-
bedrijf zeer veel pakhuisruimte noodig, die te Breda zeer moei
lijk te vinden is en dan nog tegen exhorbitant hooge prijzen.
Voor de aardappelreserve (voorraad voor zes weken) gelukte
het bergruimte te vinden in den gewezen bierkelder van
de fa. van Reuth aan het van Coothplein. Deze kelder bleek
in alle opzichten aan het doel te beantwoorden en is ook
thans nog bij het Levensmiddelenbedrijf in gebruik. Een
geschikt terrein voor het inkuilen van aardappelen d.w z.
voor een kwantum van een millioen K.G. was op dat tijdstip
niet te vinden.
Ongeveer half December werd het Levensmiddelenbedrijf
overstelpt met zendingen aardappelen, tot een totaal gewicht
van ruim 2.000.000 K.G. Verscheidene waggons kwamen
hier tijdens de heerschende vorstperiode in bevroren toe
stand aan, terwijl, tengevolge van de onmogelijkheid om
tijdig deze groote hoeveelheden te kunnen lossen, ruim
f 1800.— staangeld werd veroorzaakt, welk bedrag echter
bij overeenkomst door grossiers en detaillisten in aardappelen
aan het Levensmiddelenbedrijf werd vergoed.