Het Distributiebedrijf achtte zich niet verantwoord dit
vleesch in consumptie te brengen, waardoor zooals boven reeds
is. gezegd een schadepost van ruim 900 gld. ontstond. Herhaal
delijk werd over deze onaangename zaak met den Minister
en het Rijksdistributie Kantoor voor Levensmiddelen gecorres
pondeerd, doch noch deze stappen, noch persoonlijke bezoeken
mochten baten. Het verlies bleef voor de Gemeente Breda.
Gedurende Januari en Februari nam het Levensmiddelen-
bedrijf met succes zelf de distributie van schapenvleesch
ter hand. Dit vleesch werd in de Boterhal rechtstreeks aan
de consumenten verkocht.
Herhaaldelijk werd door het Gemeentebestuur getracht
tot overeenstemming te komen met de slagers om een
betere prijsregeling van het rundvleesch te verkrijgen, doch
de medewerking van de slagers was van dien aard dat
langs minnelijken weg niets te bereiken viel.
Toen ten slotte de Gemeente dreigde zelf de distributie
ter hand te nemen, verlaagden de slagers hunne prijzen
met 20 ets. per kilo.
VleeschDe zorg van de Regeering bepaalde zich tot het
leveren van varkens. Deze werden echter in voortdurend
kleiner aantal beschikbaar gesteld. In Juli en Augustus
werden in plaats van levende, gezouten varkens gezonden,
hetgeen de Gemeente een schadepost van ruim 900 gld.
bezorgde. De fa. Raaijmakers te Boxtel leverde namelijk
aan deze Gemeente een partij gezouten varkensvleesch,
welke door een Rijkskeurmeester was goedgekeurd, doch
bij aankomst alhier door den gemeente-keurmeester en den
Rijksveearts van Heelsbergen werd afgekeurd. Na gehouden
bespreking met de Vleeschvereeniging te 's-Gravenhage
werd herkeuring bevolen, welke nota bene geschiedde dooi
den Rijksveearts, die ook oorspronkelijk de partij had goed
gekeurd. Het resultaat was, dat de partij wederom werd
goedgekeurd.