Wegens teveel gestorte pensioensbijdragen door ambte
naren werd terugbetaald f 80.
Aan vóór 1 October 1913 verleende pensioenen werd
betaald een bedrag van f 14.116.32.
Aan na 1 October 1913 gepensionneerde gemeente
ambtenaren werd aanvullingspensioen betaald ten bedrage
van f 31 8.835.
Aan de weduwe van een vóór 1 October 1913 gepen-
sionneerd ambtenaar met ingang van 1 Juli 1917 een
pensioen verleend van f 465 's jaars.
Aan een andere, na 1 October 1913 gepensionneerde
gemeente ambtenaar, is vergoed een deel der bijdrage, door
hem verschuldigd ingevolge art. 27, le lid sub 1 der Wedu
wen wet voor de gemeente-ambtenaren 1.913. Deze vergoeding
bedraagt f 54 's jaars.
Aan twee eervol ontslagen ambtenaren zijn, met machtiging
van burgemeester en wethouders, voorschotten betaald tot
het tijdstip, waarop hen Rijkspensioen zou worden toegekend
en onder verplichting, dat door hen het genotene in de kas
van het gemeentelijk pensioenfonds zoude worden terug
gestort. Deze voorschotten bedroegen te samen f 160.50.
De terugstorting heeft in 1917 plaats gehad, bovendien is
een bedrag van f 26.door M. Backx, wiens pensioen in
1917 is verleend, teruggestort.
Mede is in uitgaaf gebracht
Het totaal der ontvangsten bedroeg f 42.515.126 en dat
der uitgaven f 42.515.125 zoodat de rekening sluit.
Aan dit verslag wordt toegevoegd
I. Staat der bezittingen van het fonds, naar den toestand
op 31 December 1917.
II. Opgave van betaalde pensioenen in 1917.
Breda, 24 Mei 1918.
De Administrateur,
F. CERUTT1.
a. inkoopsom voor pensioen, ingevolge art. IV
en V der wet van 21 Juni 1913 Stbl. no. 303 f 57.63.