schillende concessionarissen de volgende waarschuwingen gericht één dat groenten inongewasschen en zeer onreinen toe stand werden afgevoerd en verwerkt één dat in een meubelfabriek twee schaafmachines waren bijgeplaatst zonder vergunning; één wijl eene schoenfabriek niet voldeed aan de gestelde voorschriften één dat in de omgeving eener fabriek van militaire hoofd tooisels een onaangename olielucht werd waargenomen twee wijl niet werd voldaan aan de voorschriften, gesteld bij de uitbreiding en de oprichting eener slachterij. Werden niet aangevraagd. Bij Koninklijk besluit van 16 Maart 1 917 werd in hooger beroep vergunning verleend aan P. H. J. Sips tot het bij plaatsen van een gasmotor van 25 P.K. in het perceel aan de Cingelstraat, en zulks tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders van 22 Mei 1916, waarbij aan hem de vergunning was geweigerd. Bij Koninklijk besluit van 30 Mei 1917 werd het beroep van het Departement Breda der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen tegen het besluit van Burgemeester en Wet houders, waarbij aan F. Moelands en zijne rechtverkrijgenden voorwaardelijk vergunning is verleend tot het uitbreiden van zijne slachtplaats op het perceel No. 5 aan de Veemarkt, niet onvankelijk verklaard. 8 C. Ontheffingen van voorwaarden krachtens artikel 12 der Hinderwet. D. Koninklijke beslissingen op ten vorigen jare ingestelde beroepen. E. Vergunningen verleend krachtens artikel 1 der Hinderwet. Geene.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1917 | | pagina 178