Aan de arbeiders Jacobus Mol en Antonie Mol werd door B. en W. op hun verzoek eervol ontslag verleend. Bovendien werden op hun verzoek ontslagen de arbeiders Johannes Verschuren en Cornelis Hennekam. De gezondheidstoestand was over het algemeen zeer gunstig. In drie gevallen moest door de Rijksverzekerings bank uitkeering plaats hebben wegens in den dienst voor gekomen ongevallen, waarvan een van ernstigen aard met langdurige ongeschiktheid voor den dienst. Van de verlofdagen werd door nagenoeg alle arbeiders gedurende het dienstjaar 1917 gebruik gemaakt. Volgens raadsbesluit van 9 October 1917 werd aan de arbeiders ingaande 1 Mei 1917 een duurte-toeslag toe gekend van Het onderhoud van de gebouwen en van het terrein, in gebruik door de gemeente-reiniging, had op de gewone wijze plaats. Voor het plaatsen der nieuwe voertuigen werd een houten wagenloods gebouwd, waardoor in een groote behoefte werd voorzien. In verband met nog te ontwerpen plannen voor ver plaatsing der gemeente-reiniging werd niet overgegaan tot het bouwen van een nieuwe woning voor den stalknecht. Om dezelfde reden werd afgezien van uitvoering van andere belangrijke werken op het beltterrein. Wegens uitbreiding van den dienst werd het aantal paarden met één vermeerderd, waarvoor met toestemming van a. voor de gehuwden f 150,per jaar en f 20, kindertoeslag per kind beneden den leeftijd van 15 jaren; b. voor de ongehuwden f 100,— per jaar. Gebouwen en bestrating. Paarden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1917 | | pagina 201