Voor dezen dienst, welke op 1 Januari 1917 volgens
verordening is opgeheven, moesten in 't begin van het
dienstjaar nog twee tonnenwagens rijden, daar op 1 Jan.
nog 981 tonnen geplaatst waren. Door de tijdsomstandigheden
moest door Burgemeester en Wethouders op hun verzoek
uitstel aan vele particulieren verleend worden, voor het
leggen van een privaatput, zoodat op 31 Dec. 1917 nog
247 privaattonnen in gebruik waren, en nog een ploeg voor
den tonnendienst moest behouden worden. Van deze nog
geplaatste tonnen stonden een groot gedeelte in onbewoon
baar verklaarde woningen, welke ten gevolge van den
woningnood bewoond bleven.
In verband met het uitbreiden van het puttenstelsel
heeft deze dienst wederom uitbreiding van materieel nood
zakelijk gemaakt. Er moest overgegaan worden tot aan
schaffing van twee nieuwe faecalienwagens met bijbehoorende
stalen en caoutchouc-buizen, zoodat in het dienstjaar 1917
twee volledige ploegen voor het ruimen der beerputten
bestaande uit ;,n stoomluchtpomp, vijf faecaliënwagens en
een buizen wagen voor dezen dienst beschikbaar waren.
Het aantal faecaliënputten bedroeg op 31 December 1917
in de gemeente Breda 2403, waarvan 375 aangesloten zijn
op het gemeenteriool.
In 't geheel hadden 4081 ruimingen plaats tegenover
3561 in het jaar 1916.
De hoeveelheden meststoffen verkocht door de gemeente-
reiniging in het dienstjaar 1917 bedroegen.
Tonnendienst.
Pneumatisch ledigen der
privaatputten.
Verhoop van Meststoffen enz.