De onkosten voor verlichting, verwarming en voorziening van water bedroegen f 581.26. De genees- en verloskundige behandeling geschiedde door de gemeente-geneesheeren en vroedvrouwen. De verpleging en voeding, alsook het in orde houden der ziekenzalen enz. werd verricht onder toezicht van den direc teur door den concierge en diens vrouw. Inj de 'inrichting voor lijders aan besmettelijke ziekte was op 1 Januari 1917 aan wezig 1 mannelijk patiënt lijdend aan roodvonk en werden gedurende dit jaar opgenomen. 13 mannel. en 8 vrouwel. patiënten met diphtherie. 1 vrouwelijke patiënt vermoelijk lijdend aan diphtherie. 66 mannel. en 62 vrouwel. patiënten met roodvonk. 3 mannel. en 3 vrouwel. patiënten met diphtherie respec tievelijk roodvonk. 3 mannel. en 2 vrouwel. patiënten met meningitis cerebros- pinalis epidemica. 1 mannel. patiënt vermoedelijk lfjdend aan deze ziekte. Totaal werden opgenomen 86 mannel. en 77 vrouwelijke patiënten, waarvan 6 Belgen. Het aantal verpleegdagen bedroeg 5387. Van dezen overleden aan diphtherie en roodvonk respec tievelijk 2 en 3 vrouwelijke, aan meningitis 3 mannelijke en 1 vrouwelijke patiënt. Op 1 Januari 1918 waren nog aanwezig 17 mannelijke en 18 vrouwelijke patiënten lijdend aan roodvonk en 1 manne lijke patiënt lijdend aan diphtherie en roodvonk. De voeding en verpleging der zieken in deze afdeeling werden evenals in vorige jaren verricht door de Eerw. Zus ters van het Elizabeth-gasthuis met de bekende zorg en toe wijding. Zeven en zestig maal werden de toestellen voor ontsmet ting gebruikt 14 X v00r het ontsmetten van gebruikte lo kalen in de barak, 32 X ter ontsmetting van woningen en 21 X v00r het ontsmetten van rijtuigen. Voor zoover deze ontsmettingen niet voor rekening van de gemeente geschied den, werden de gebruikte ontsmettingsmiddelen als dusdanig terug ontvangen. In het lijkenhuis werden opgenomen 3 drenkelingen en 7 personen, die op andere wijze om het leven gekomen waren, waarvan 1 gestoken, 2 geschoten, 1 van de trap gevallen, 2 plotseling gestorven en 1 door ophanging overleden was. Zes maal had er gerechtelijk onderzoek plaats.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1917 | | pagina 217