i5 over stank, veroorzaakt door een zinkput en verstopte rioleering in den gang naast zijne woning. De eigenaar is door Burgemeester en Wethouders aange schreven het gebrek zoo spoedig mogelijk te herstellen. 2. De bewoonster van de woning St. Janstraat I klaagde over stank in hare woning, doordat in een vertrek van de benedenwoning vet gesmolten werd. Deze vetsmelterij, hoofdzakelijk dienende voor eigen gebruik, was niet van dien aard dat zij onder de Hinderwet viel. De gebruiker van de benedenwoning zegde toe voortaan de vetafval doelmatig te bewaren en ongesmolten te verkoopen. 3. De bewoner van het perceel N. Ginnekenstraat 25 klaagde over stinkend water, dat in den kelder stond. Dit water bleek in den kelder gekomen te zijn tengevolge van een ondeugdelijke rioleering. De eigenaar werd door Burgemeester en Wethouders aan geschreven de noodige verbeteringen aan te brengen. 4. Klacht van den Broeder-Overste van de St. Vincen- tiusschool in de Karrestraat over afschuwelijke stank die uit de slachterij, putjes enz. gelegen aan den ingang naar de school, opstijgt. Bij onderzoek werd niets anders gevonden dan een afvoer pijp, welke niet luchtdicht was, waardoor mogelijk gassen uit het riool konden ontsnappen. Bovendien kan de hevige warmte, welke toen heerschte, mede de oorzaak zijn. 5. Klacht van den huurder van perceel Spoorstraat 1 over hinder van het gootsteenwater van het belendende perceel. De oorzaak bleek niet te liggen in een onvoldoende zink put, zooals vermoed werd, doch hierin dat perceel van klager lager gelegen is dan het belendende perceel, zoodat water door den houten wand in het schuurtje dringt, wanneer de daaraan grenzende stoep geschuurd wordt. De bewoner van het belendende perceel zegde toe voor zichtig te zullen zijn bij het schuren. 6. Klacht van den bewoner van perceel Achterom 11 dat hij in zijn bedrijf in hooge mate wordt benadeeld, doordat de bewoners van de panden Jan van Polanenkade 1624 vuil, water, enz. werpen in zijn moestuin.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1917 | | pagina 236