44 On°twde0rpdbrrood-' Commissie richtte het volgende schrijven aan Burge- verordemng. meester en Wethouders. Naar aanleiding van het verslag omtrent het toezicht op voedings- en genotmiddelen in de gemeente Breda van het jaar 1916, speciaal wat betreft het broodonderzoek, heeft de Gezondheidscommissie voor de gemeente Breda de eer onder Uwe aandacht te brengen het groote verschil in gewicht en wa tergehalte der onderzochte brooden, waaruit blijkt dat het publiek vaak wordt bedrogen. De Commissie is van oordeel, dat dit euvel op den duur slechts te bestrijden is door een verordening. Aangezien het tot stand komen van een dergelijke ver ordening eenigen tijd zal vorderen en met het oog op de rantsoeneering en groote duurte van de voedingsmiddelen het zeer wenschelijk is het euvel zoo spoedig mogelijk te bestrijden, heeft de Commissie de eer U in overweging te geven aan den gemeentelijken keuringsdienst op te dragen, U er onmiddellijk van in kennis te stellen, wanneer zij con stateert, dat een onderzocht brood te licht of van te groot water gehalte is en die kennisgeving met den naam van dén bakker van zoo'n brood omgaand ter kennis te brengen van de autoriteit met de distributie van meel aan de bakkers belast, opdat deze direct zal kunnen ingrijpen bijv. door tijdelijke uitsluiting van den betrokken bakker van de distributie van meel. Zij ontving daarop een schrijven van Burgemeester en Wethouders om van advies te dienen over een schrijven van den Centralen Keuringsdienst, betreffende het vaststellen eener broodverordening. Hierop werd de volgende ontwerp-broodverordening aan het gemeetebestuur toegezonden. Ontwerp-broodverordening voor de gemeente Breda. Art. 1. Deze verordening verstaat onder I. Broodhet product verkregen door verbakken van een deeg, bereid uit meel of bloem van tarwe of rogge, tenzij ander meel of bloem van overheidswege verstrekt wordt, met water of met melk of met afgeroomde melk, of met een mengsel van deze vloeistoffen al of niet onder toevoeging

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1917 | | pagina 265