de buitendeur, welke daartoe toegang geeft, met duidelijke
letters ter grootte van ten minste 5 cM. te lezen is het woord
„Melkhandel".
Hij is voorts verplicht op een door of vanwege Burge
meester en Wethouders aan te wijzen plaats in dat gebouw
aan te plakken en aangeplakt te houden een exemplaar
dezer verordening en van alle waarschuwingen of mededee-
lingen, den melkhandel betreffende, welke hem door Bur
gemeester of Wethouders met dat doel worden uitgereikt.
Art. 11.
De melkverkooper is verplicht te zorgen, dat de gedeelten
van het gebouw, bedoeld in artikel 6 sub 2e, waarin de
melk wordt bewaard, verkocht, behandeld of bewerkt, als
mede het vee, de stallen, de plaatsen waar wordt gemolken
en het materiaal ter verkrijging van melk gebezigd, steeds
in behoorlijken staat van reinheid worden gehouden. Voorts
is hij verplicht te zorgen, dat bij de genoemde gedeelten
van het gebouw, de volgende bepalingen worden opgevolgd
a. de wanden mogen niet behangen, doch moeten gewit,
geverfd, of met gladde tegels bedekt zijn
b. de vloer moet voldoende rein gehouden worden
c. de zoldering moet stofdicht zijn
d. de luchtverversching moet voldoende zijn
e. de bewaarplaatsen moeten afgesloten zijn van woon-
of slaapvertrekken en mogen niet als zoodanig worden ge
bezigd zij mogen niet rechtstreeks in verbinding staan met
urinoirs, privaten, mesthoopen of stallen en niet worden ge
bruikt voor bewaring of verkoop van iets, dat aan de melk
een bijsmaak kan geven of haar bederf kan bevorderen.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd
ie. om aan diegenen, wier inrichtingen met uitzondering
van de stallen op het tijdstip der inwerkingtreding van deze
verordening nog niet beantwoorden aan de eischen, in dit
artikel gesteld, op hun verzoek een termijn te verleenen van
ten hoogste vier maanden gerekend van den dag der in
werkingtreding, om hunne inrichtingen daarmede in over
eenstemming te brengen;
2e. na ingewonnen advies van de Gezondheidscommissie,