S3 in bijzondere gevallen vrijstelling te verleenen van het voor schrift, genoemd sub a. Het bepaalde sub c blijft buiten toepassing tot vier jaren na de inwerkingtreding dezer verordening. Art. 12. De melkverkooper is verplicht te zorgen, dat zich in het gebouw, bedoeld in artikel 6 sub 2e, en de gedeelten daar van, waarin de melk wordt bewaard, verkocht, behandeld of bewerkt, geen ander dan goed drinkwater bevindt en geen putten, pompen of tonnen met water, dat niet aan de eischen van deugdelijk drinkwater voldoet, aldaar of op de bijbehoo- rende erven aanwezig zijn. Voor de reiniging van melkvaatwerk, emmers en alle andere gereedschappen of voorwerpen, waarvan bij het mel ken of melkverkoopen gebruik wordt gemaakt, zal alleen water, dat aan de eischen van goed drinkwater voldoet, mogen worden gebezigd. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd van het in dit artikel bedoelde water, monsters te doen nemen, om die aan een bacteriologisch of ander onderzoek te doen onderwerpen. Zij kunnen, indien het water niet aan de hiervoren gestelde eischen voldoet, het verder gebruik daarvan verbieden. Voldoen de in artikel 11 en in dit artikel bedoelde ge bouwen enz. niet aan de daarvoor gestelde eischen, dan kunnen Burgemeester en Wethouders den verkoop van melk, daarvan afkomstig, verbieden en desnoods beletten. Art. 13. Het vervoer van melk langs den openbaren weg mag uit sluitend geschieden in stofdichte, afgesloten, gemakkelijk te reinigen flesschen, kannen, emmers, bussen of vaten Het is den melkverkooper verboden voor het bewaren, behandelen, bewerken of vervoeren van melk gebruik te maken van gereedschappen of vaatwerk van rood of geel koper, tenzij deugdelijk vertind, van zink, van aardewerk, of ijzer met loodafgevend glazuur of émail of van eenige andere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1917 | | pagina 274