Wederom, hoe ontmoedigend het resultaat van ons aan dringen in vorige jaren ook geweest is, moeten wij er op wijzen, dat deze omzetting een gebiedende eisch isthans, nu de M. U. L. O. school tot stand is gekomen, gebiedend meer dan ooit. Zoolang de tegenwoordige toestand bestendigd blijft, zal het Lager Onderwijs in Breda uit zijn voegen gerukt zijn en kan men er' geen stelsel, geen vaste lijn meer in ontdekken. Ouders uit den middenstand kunnen hier thans hun kin deren doen geven öf gewoon 6 jarig lager onderwijs in de school aan de Boschstraat alleen 7 jarig, maar zeer gebrekkig in een overvolle hoogste klasse óf zij zien zich gedwongen hen naar de M. U. L. O. school te zenden. Voor een breeden stroom van kinderen echter geeft het eerste te weinig en de laatste te veel. De kleine nering doende, de klein-industrieel, de lagere beambte in dienst bij Rijk, Gemeente of Maatschappij heeft voor zijn kinderen een opleiding van noode, die boven het gewone lager onder wijs uitgaat, maar heeft geen behoefte aan den omvang en den vakkenrijkdom, dien het M. U. L. O. onderwijs biedt. De tegenwoordige toestand kan derhalve aan velen geen bevrediging geven van rechtmatig aan het onderwijs te stellen eischen, en zal bovendien, naar wij vreezen, zeer 7 spoedig leiden tot overbevolking der M. U. L. O. school, deels met elementen, die er niet thuis behooren en haar niet tot en met het 9de leerjaar zullen bezoeken. Moge daarom in 1918 onze zoo herhaaldelijk geuite wensch, die, naar wij weten door het Rijksschooltoezicht ten volle wordt gedeeld, verhoord worden en drie U. L. O. scholen weldra hun deuren openen, zoodat zij met recht weer Tusschenscholen genoemd kunnen worden, een naam, dien zij thans geenszins verdienen. In hoofdstuk I werd reeds de inrichting en organisatie 7 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1917 | | pagina 392