Relatief schoolverzuim. Ter zake van dit verzuim werden in het afgeloopen jaar voor de commissie opgeroepen de aansprakelijke personen voor 288 leerplichtige kinderen. In de vijf voorafgaande jaren bedroegen deze cijfers respectievelijk als volgt: in 1916 120, in .1911 165, in 1914 107, in 1913 110 en in 1912 154. Van de opgeroepenen verschenen er 69 voor onze com missie, terwijl de aansprakelijke personen van de overige 169 kinderen het blijkbaar niet de moeite waard vonden; om het schoolverzuim hunner kinderen voor onze commissie aannemelijk te maken. Volgens de bestaande voorschriften werden de verschenen personen in kennis gesteld met de gevolgen, welke het - laten voortduren der overtreding voor hen hebben kon en werden zij tevens ernstig gewaarschuwd om het ongeoor loofd schoolverzuim te doen ophouden. Aan de niet-verschenen personen werd overeenkomstig de wettelijke voorschriften eene schriftelijke waarschuwing toegezonden. Opmerkelijk is het, dat de meeste schoolverzuimers reci divisten zijn en dat in den regel allerlei uitvluchten worden voorgewend om het schoolverzuim aannemelijk te maken. Een hoogst enkele maal kan ziekte van het kind of ziekte van het gezin het verzuim billijken, doch wanneer hiervan tijdig en met aanvoering van behoorlijke bewijsmid delen aan het hoofd der school opgave wordt gedaan, is deze gerechtigd het verzuim als geoorloofd aan te merken, zoodat de gewone strafprocedure in die gevallen achterwege blijft. Gebrek aan kleeding of schoeisel werd aan onze commissie nimmer als reden van schoolverzuim opgegeven. Meermalen kwam het echter voor, dat naleving der dis tributievoorschriften (afhalen van broodkaarten enz.) oorzaak was, dat kinderen de school moesten verzuimen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1917 | | pagina 432