moedigend werkt, op hen, die met de uitvoering der voor schriften van de leerplichtwet te maken hebben. Op de eerste plaats rekenen wij daaronder de hoofden van scholen, die, ofschoon met de beste bedoelingen bezield, maar steeds moeten ervaren, dat dezelfde plaatsen in de school geregeld onbezet blijven en dat dit uitsluitend is toe te schrijven aan laksheid en onverschilligheid der ouders, ontstaan door de trage werking der leerplichtwet. Maar ook voor onze commissie is het alles behalve aan genaam, dat zij steeds dezelfde personen op hunne ver plichtingen moet wijzen en lijdelijk moet toezien, dat al die waarschuwingen eenvoudig in den wind geslagen worden. In eene stad als Breda, waar zooveel voor het onderwijs wordt gedaan en waar zooveel instellingen in het belang van de opvoeding der jeugd werkzaam zijn, kan en moest dat anders zijn. Laten we echter het vertrouwen uitspreken, dat hierin zeer spoedig eene verandering ten goede zal intreden en dat Breda weldra aan de spits moge staan van die ge meenten, waar het schoolverzuim tot het kleinste minimum is beperkt. De commissie tot wering van schoolverzuim, P. VAN DER LINDEN, voorzitter. A. J. VAN SON, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1917 | | pagina 434