kunnen ontvangen de leerlingen der eerste en tweede klas
se bovendien Vrijdag van elf uur tot half twee. Door zeer
vele leerlingen wordt hiervan gebruik gemaakt.
In het gebouw der hoogere burgerschool wordt alleen het
Godsdienstonderwijs gegeven aan de Roomsch-Katholieke
leerlingen, wier ouders dit wenschen (zoowel aan manne
lijke als aan vrouwelijke leerlingen) en wel op Dinsdag
van halfelf tot half twaalf en van vier tot vijf, op Vrijdag
van elf tot twaalf. Aan het onderwijs op Dinsdag namen ook
leerlingen van het gymnasium deel.
De commissie meent haar verslag niet te mogen besluiten,
zonder er haar leedwezen over te hebben uitgedrukt, dat
de dringend noodzakelijke herziening van de salariëering
ook in 1917 niet tot stand kwam.
B. Burgeravondschool.
In het personeel van de Burgeravondschool kwamen ook
dit jaar enkele wijzigingen. Tot 1 Maart bleef de heer A. P.
Potma leeraar in de wiskunde gedurende de maand Maart
werden zijn lessen gegeven door den heer A. P. G. J. van
Boeckel.
In de raadszitting van 9 October 1917 werden als tijde
lijke leeraren herbenoemd de heeren Dr. J. E. van den
Arend en G. van Rij. Tot tijdelijk leeraar werd 24 Octo
ber 1917 door Burgemeester en Wethouders aangewezen
de heer A. Q. van den Bosch, onderwijzer aan de M. U.
L. O. school St. Antoine.
Het personeel besfond dus op 31 December 1917 uit de
heeren
B. W. Mondt, civiel-ingenieur directeur en leeraar in
de wis- en werktuigkunde
C. B. Barto, werktuigkundig ingenieur, leeraar in de wis-
en werktuigkunde
Dr. J. E. Couvée, leeraar in de natuurkunde
W. H. Tromp, W. W. Plasman en J. F. Thijssen, leeraren
in de wiskunde en de Nederlandsche taal en bovendien
de tijdelijke leeraren
Dr. J. E. van den Arend, leeraar in de natuurkunde
G. van Rij, leeraar in de wiskunde en het boekhouden en
A. Q. van den Bosch, leeraar in het Nederlandsch.
Nog zijn aan de school verbonden H. J. Thiellier, als
amanuensis voor natuurkunde en C. A. Vos als concierge.
In 1918 zal het personeel opnieuw veranderen 1°. werd