JAARVERSLAG van den Armenraad te Breda
over het jaar 1917.
Ter voldoening aan het bepaalde bij arikel 56, ie lid, sub 70
der Armenwet, in verband met de daarop betrekking hebbende
beschikkingen van den Minister van Binnenlandsche Zaken
van 10 October 1913 No. 1037, Afdeeling V. A. en van 14 Mei
1915 No. 2477, Afdeeling V. A. hebben wij de eer het navol
gende verslag uit te brengen.
1Mededeeling van de samenstelling van den Armen
raad en van zijn Bestuur, alsmede van den naam van den
Secretaris en het adres van diens bureau.
In den loop van het jaar 1917 onderging de samenstelling
van den Armenraad slechts één wijziging, namelijk doordat
de heer E. A. Umland optrad als vertegenwoordiger van de
Diaconie der Evangelisch Luthersche Gemeente in de plaats
van den heer A. P. van Gent.
Overigens was de Armenraad in het jaar 1917 samengesteld
als in het jaarverslag over 1916 is vermeld.
Voorzitter: de heer J A. W. Luppes.
Het bestuur bestond uit de heeren
Mr. W. Ingen-Housz,
J. Lijdsman,
F. J. C. Michielsen,
C. J. van Temmen, en
Mejuffrouw J. Strater.
Plaatsvervangende leden waren opvolgend, de heeren
A. P. van Pelt,
A. A. Tievegoed,
J WLoots
J AWLuppesen
Mejuffrouw C. Kuppens.
Het bureau van den secretaris, A. P. de Groot, bleef gevestigd
in een der lokalen van het gemeentehuis.
Hoewel de Armenraad voor deze gemeente, ingesteld bij Konink
lijk Besluit van 7 Juni 1913 No. 38, in 1917 zijn vierjarige periode