2 h&elt volbracht, wordt echter de zittingsduur der leden van den Armenraad - overeenkomstig eene door den Minister van Binnenlandsche Zaken ten aanzien van dit twijfelpunt gegeven beslissing geacht te loopen vanaf de eerste vergadering van den Armenraad, waarbij deze door den Burgemeester werd ge ïnstalleerd, zijnde voor dezen Armenraad 16 Augustus 1913. Ingevolge artikel 45 van het Koninklijk Besluit van 18 Juli 1912, Staatsblad No. 264 richtten wij op 15 Januari 1917 aan alle op de lijst, bedoeld bij artikel 3 der Armenwet, voorkomende instellingen van weldadigheid binnen het ambtsgebied van den Armenraad, armenverzorging buiten gestichten ten doel hebben de, het verzoek ons mededeeling te doen of zij bereid waren voor een nieuwen termijn van vier jaren een vertegenwoordiger aan te wijzen. Van de op vorenbedoelde lijst voorkomende 29 instellingen, die armenverzorging buiten gestichten ten doel hebben, gaven 25 kennis bereid te zijn tot den Armenraad voor de nieuwe vier jarige periode toe te treden. Een der instellingen Diaconie der Nèderduitsch-Hervormde gemeente die gedurende de eerste vierjarige periode tot den Armenraad behoorde, heeft voor de nieuwe vierjarige periode geen vertegenwoordiger aangewezen, daarentegen hebben zeven instellingen, die niet aan de eerste vierjarige periode van den Armenraad deelnameneen vertegenwoordiger voor de nieuwe periode aangewezen. Bij missive van Z. E. den Minister van Binnenlandsche Zaken d.d. 24 April 1917, No. 5170 afdeeling V. A. ontvingen wij afschrift van het Koninklijk Besluit van 5 April 1917, No. 73, waarbij het bedrag, bedoeld in artikel 48, ie lid 2e zinsnede der Armenwet voor den nieuwen termijn van vier jaren, gesteld in art. 44 dier wet, bepaald is op f 6117,32. Daarop werden bij circulaire van 28 April 1917 de aan de samenstelling van den nieuwen Armenraad medewerkende in stellingen uitgenoodigd hare vertegenwoordigers op te geven. Als vertegenwoordigers namen zitting de navolgende per sonen vertegenwoordigende de daarbij vermelde instelling.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1917 | | pagina 498