regeling, voornamelijk op het feit dat de distributie van brandstoffen aan handelszaken en aan de klein-industrie niet in eene billijke verhouding slaat tot de toedeeling aan koffiehuizen en houders van centrale verwarming. Door het gemeentebestuur werd het advies der Kamer gevraagd of het aanstellen van beëedigde makelaars hier ter stede gewenscht isonze Kamer adviseerde gunstig en mede naar aanleiding van dit advies stelde de Raad in zijne openbare vergadering van 27 Aug. 1917, een veror dering vast op de aanstelling, de schorsing en de vervallen verklaring van makelaars. Deze verordering is opgenomen als bijlage F. Naar aanleiding van het bepaalde in art. 1 van die ver ordening, waarbij de Kamer van Koophandel en Fabrieken advies uitbrengt over elke aanvraag om aanstelling aan den Raad, waaruit blijken moet de geschiktheid voor benoeming, besloot ons college aan den aanvrager vragen te stellen waaruit zijne geschiktheid blijken kan. Naar aanleiding van een bericht in de bladen richtte de Kamer zich in een adres tot de spoorwegmaatschappijen, met verzoek de splitsing in de drie klassen te doen blijven bestaan. (Zie bijlage G.) Van de Holl. IJz. Spoorweg-Maatschappij werd hierop bericht ontvangen dat geen maatregelen in overweging waren om de le en 2e klasse rijtuigen geheel uit de treinen te laten vervallen. De Kamer drong bij den Raad van Toezicht op de spoorwegdiensten aan op betere regeling in den spoorweg dienst, met name van Breda naar Botterdam en Flissingen en op betere aansluiting naar Oudenbosch en Zevenbergen. (Zie bijlagen H en I.) Inlichtingen werden verschaft aan de N. V. Algemeene Motor-Omnibus en Vracht-Auto-Maatschappij te 's Gravenliage

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1917 | | pagina 556