der grondstoffen, kan de toestand in 1917 bevredigend ge noemd worden; aan de kolenschaarschte werd door het stoken van hout tegemoet gekomen. Dure boter en dure en slechte regeeringseieren gaven vele moeilijkheden in het bedrijf. Voor 1918 laat de toestand der banketbakkers zich som ber aanzien. Wegens den oorlog blijft de brouwindustrie veel moeilijk heden ondervinden. Het debiet is in 1917 veel verminderd. De moutvoorraad is bijna uitgeput, wijl in het vorig jaar totaal geen mout ls aangevoerd. Twee bierbrouwerijen heb ben hun bedrijf gestaakt en zijn onder den hamer gekomen. Wanneer niet spoedig mout aangevoerd wordt, zal binnen een niet ver verwijderd tijdstip ook het bedrijf der andere stopgezet moeten worden. Broodfabrieken. Het verminderen van het broodrantsoen had tengevolge dat aan een gedeelte van het personeel ontslag gegeven moest worden. Het bakkersbedrijf ondervond vele moeilijk heden door gebrek aan brandstoffen en door de distributie bepalingen. Het aanwenden van hout als brandstof was mede oorzaak dat het bedrijf niet erg loonend was. Chocoladefabrieken. Het jaar 1917 kan voor deze fabrieken gunstig genoemd worden; er waren voldoende grondstoffen aanwezig en on danks vele moeielijkheden was er tot in het najaar nog voldoenden aanvoer van overzee. De kolen voorziening was onvoldoende, en slechts met hout door de kolen te stoken kon het bedrijf gaande gehouden worden. Het aantal arbeiders bleef ongeveer gelijk, de loonen werden eenige malen verhoogd. 8 jBierbrouwerijen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1917 | | pagina 560