In het algemeen kan van den toestand van dit bedrijf gezegd worden voor 1917, wat ook van kracht was voor 191b, echter met de toevoeging, dat de gevolgen van de abnormale toestanden zich in nog veel grootere mate hebben doen gevoelen. Door het toetreden van Amerika aan de zijde der geallieerden, werd ook dit land uitgesloten van de lijst der leveranciers, zoodat wij uitsluitend voor aanvoer van ijzer en staal aangewezen waren op Duitschland en op Zweden. De prijzen dezer materialen zijn natuurlijk wederom belangrijk gestegen en het zaken doen wordt extra bemoei lijkt door de voorwaarde van Duitsche zijde gesteld om bij levering van ijzer en staal aan de afnemers de ver plichting op te leggen „Schatzscheine" te nemen tot een bedrag, belangrijk hooger dan voor den oorlog het ijzer waard was. Op deze wijze worden groote kapitalen vast gelegd, welke niet in het bedrijf kunnen worden gebruikt. Wat gereedschap, draaibanken, boormachines enz. betreft, zoo is het gebleken, dat de hooge prijzen, welke het buitenland hiervoor vraagt, het voor de Hollandsche Indu strie loonend maken om de vervaardiging hiervan zelve ter hand te nemen en ook ging deze fabriek er toe over veel gereedschap en machinerieën te vervaardigen, die voorheen van speciaalfabrieken werden betrokken. Wij be twijfelen echter of deze fabricage na den oorlog zal blijven bestaan, uitgezonderd wellicht in een enkele fabriek, die zich uitsluitend voor de vervaardiging van banken heeft ingericht. Terwijl de prijzen van het uit het buitenland aangevoerde materiaal wederom belangrijk stegen, zooals boven reeds medegedeeld, was de prijsstijging van materiaal, dat niet meer ingevoerd werd, nog aanzienlijker met name van roodkoper en van gegoten schrot. Voor roodkoper en in Maart jl. voor gegoten schrot, zijn maximum prijzen vast- Machine- Ketel en Electrische Apparatenbouw.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1917 | | pagina 563