met 10°/0. Herhaaldelijk overtraden de slagers de later door den Minister vastgestelde maximumprijzen en moest procesverbaal tegen hen worden opgemaakt. Deze hooge prijs was oorzaak, dat de eieren vrijwel onverkoopbaar waren voor een groot deel bedierven en de rest met een aanmerkelijk verlies van de hand moest worden gedaan. Later strekten de bemoeiingen van het Levensmid delenbedrijf zich niet verder uit (wat dit artikel betreft) dan het bestellen van versche en kalkeieren. Hierdoor werd het verlies, gemaakt op de Delftsche eieren eenigszins goedgemaakt. Het Levensmiddelenbedrijf mocht zich verheugen in het bezit van een vrij groote rijstvoorraad. Deze kon worden verkregen, doordat veel bewoners van de buitengemeenten het hun toekomende rantsoen niet opnamen. 39 Peulvruchten. Er werden uitsluitend bruine boonen en groenen erwten gedistribueerd en wel de laatste in veel grootere hoeveelheid dan de eerste. Nog dient te worden opgemerkt, dat de rantsoenen nog al eens veranderden. Een aanbod van de Erdeka, dat ook duiven- en paardeboonen beschikbaar stelde voor menschelijke consumptie werd niet geaccepteerd, omdat er van de zijde van de winkeliers geen vraag naar was. Eieren. .Begin 1917 nam het Levensmiddelenbedrijf van het Delftsc'he bedrijf een groote partij eieren over en wel tegen 15 ets. per stuk. Gort en Havermout. Deze artikelen, die, al is het dan ook in betrekkelijk geringe hoeveelheid geregeld gedistri bueerd werden, geven geen aanleiding tot bijzondere op merkingen. Bijst. De aftrek van dit artikel was zeer groot en wel vooral in de maand Juni, toen door den Minister rijst beschikbaar gesteld werd V 20 ets. per K.G. Dit ter aan vulling van het geringe aardappelrantsoen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1917 | | pagina 591