waarvan Breda als het middelpunt kan worden beschouwd,
voldoende geacht en zoo niet, waarop is dat oordeel dan
gebaseerd
6. Welke uitbreiding behoort er. eventueel aan de hier
gehouden markten te worden gegeven en wat kan er ge
daan worden om het marktbezoek door koopers en verkoopers
te bevorderen
7. Welke maatregelen zullen er van gemeentewege
kunnen en moeten genomen worden om het marktwezen
meer in overeenstemming te brengen met de tegenwoordige
eischen van handel en verkeer
Vertrouwende op de werkzaamheid der commissie worden
de resultaten van haren arbeid in den vorm van een
uitgewerkt rapport binnen een niet te langen termijn
tegemoet gezien.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BREDA,
w. g. E. VAN LANSCHOT, Burgemeester
w. g. JONKERGOUW, Secretaris.
De Marktcommissie zond daarop het volgende rapport in
met een categorische beantwoording der vragen.
Het is werkelijk verbazingwekkend, hoe met de steeds
in uitgebreidheid toenemende verkeersmogelijkheden, het
stijgen van het inwonersaantal der landstreek waarvan
Breda het centrum vormt, de zeer groote vlucht die de
industrie in en rond Breda genomen heeft, de marktkwestie
niet eerder aan de orde is gekomen. Ons schijnt- het toe,
44
Algemeene beschouwingen. Onze commissie is van oordeel,
dat het marktwezen te Breda evenals door U verondersteld
wordt inderdaad achterstaat bij dat van andere plaatsen.
Het inhalen van dezen achterstand, was dan ook het hoofd
motief, dat den secretaris onzer commissie er toe bracht,
bij de behandeling der gemeentebegrooting in 1912, deze
belangrijke kwestie ter sprake te brengen.