VERSLAG van het Gemeentelijk Pensioenfonds
over het jaar 1918.
d. Bank van Leening f 300.
Aan den Gemeenteraad.
Hierbij heb ik de eer U het verslag aan te bieden van den
toestand van het Gemeentelijk Pensioenfonds over het jaar 1918.
Aan interesten van belegd kapitaal werd ontvangen een be
drag van f2558.54.
Van het kapitaal van het Pensioenfonds is op 1 Januari
1919 afgelost bij inschrijving f 1000.der 3 pCt. geconver
teerde oude schuld gemeente Breda tegen den koers van 70
pCt., terwijl door de gemeente Breda van het Pensioenfonds is
aangekocht ©en bedrag van f 16.000. nominaal 31/2 pCt. obli
gation gemeente Breda, leening 1886 en 1893, tegen den koers
van 75 pCt. In totaal bedraagt dus de opbrengst v,an verkochte
en afgeloste fondsen een bedrag van f 12.700.
De subsidie van de gemeente bedroeg over 1918:
Aan bijdragen van gemeente-ambtenaren voor eigen pensioen
werd ontvangen f 1830.811/2 voor weduwen- en weezenpensioen
f3482.61.
Voor inkoop van diensttijd als gemeente-ambtenaar f95.30;
als tijdelijk gemeente-ambtenaar f55. De door de gemeente
vóór 1 October 1913 gepensionneerde ambtenaren droegen bij
f242.86.
De uitgaven bedroegen
Administratiekosten (hieronder begrepen de vergoeding ad
f300.aan den administrateur, welke vergoeding tot dat be
drag bij Uw besluit van 28 November 1918 werd verhoogd)
Bij den Betaalmeester werd gestort: voor ambtenaarspensioen
(ingevolge art. 40 der Pensioenwet voor de gemeente-ambtenaren
a. Algemeen© Dienst
b. Gasfabriek
c. Waterleiding
f 25000,
f 4300.—
f 800.—
f403.42.